Vanaf oktober vallen ze weer uit de bomen: stekelige bolsters met daarin kastanjes. Heerlijke en gezonde herfstnoten die je zomaar van de grond kan rapen en kan eten! Ze zijn erg gezond, maar niet allemaal eetbaar! De tamme kastanje is rauw eetbaar en smaakt dan nootachtig. Gepoft, geroosterd of verwerkt in een puree zijn tamme kastanjes veel lekkerder en wat zoeter van smaak. De wilde kastanje, ook wel paardenkastanje genoemd, is erg bitter en dus niet eetbaar.
De tamme soort herken je vooral aan de bolsters met lange stekelige naalden zoals een egel. De kastanjes van de eetbare kastanjeboom zijn niet helemaal rond, maar meer ovaal of druppelvormig. Aan de bovenzijde hebben ze een platte kant met een klein wit pluimpje. In de bolsters zitten soms tot wel drie kastanjes!
Wilde- of paardenkastanjes herken je aan de bolster die zichtbaar kortere stekels heeft dan de tamme variant. Deze prikken niet zo erg. In de bolster zit vaak maar een kastanje, die bijna helemaal rond is.
De tamme soort is een stuk minder vet dan andere noten. Wel zitten er de nodige koolhydraten, vezels en eiwitten in. Verder bevatten ze vitamines uit de B-groep, vitamine E, kalium, foliumzuur en zink. Een portie van 100 gram levert zo'n 185 kcal.